Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide tot hen: Gijlieden zijt [35]van beneden, Ik ben [36]van boven; [37]gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld. 35. Grieks uit die [plaatsen] van beneden. 36. Grieks uit die [plaatsen] van boven. 37. Dat is, gij verstaat in een aardsen en wereldsen zin hetgeen Ik in een geestelijken en hemelsen zin spreek, omdat gij aardse mensen zijt.